Wordt de kans op een tweeling bepaald door genetica?

De kans op het verwekken van een tweeling is een complexe eigenschap. Het wordt waarschijnlijk beïnvloed door meerdere genetische en omgevingsfactoren, afhankelijk van het type tweeling. De twee soorten tweelingen worden geclassificeerd als monozygoot en dizygoot.

Tweelingen
 

Identieke tweelingen

Monozygote tweelingen, ook wel identieke tweelingen genoemd, komen voor wanneer een enkele eicel wordt bevrucht door een enkele zaadcel. De resulterende zygote splitst zich heel vroeg in de ontwikkeling in twee, wat leidt tot de vorming van twee afzonderlijke embryo’s. Identieke tweelingen komen voor bij 3 tot 4 per 1000 geboorten wereldwijd. Onderzoek suggereert dat de meeste gevallen van identieke tweelingen niet worden veroorzaakt door genetische factoren. Er zijn echter enkele families gemeld met een groter dan verwacht aantal identieke tweelingen, wat erop wijst dat genetica een rol kan spelen. Het is mogelijk dat genen die betrokken zijn bij het aan elkaar plakken van cellen (celadhesie) kunnen bijdragen aan identieke tweelingen, hoewel deze hypothese niet is bevestigd. Meestal is de oorzaak van identieke tweelingen onbekend.

 

Twee-eiige tweelingen

Dizygote tweelingen, ook wel twee-eiige tweelingen genoemd, komen voor wanneer twee eicellen elk worden bevrucht door een andere zaadcel in dezelfde menstruatiecyclus. Twee-eiige tweelingen komen ongeveer twee keer zo vaak voor als identieke tweelingen, en ze lopen veel vaker in gezinnen. In vergelijking met de algemene bevolking hebben vrouwen met een moeder of zus die een twee-eiige tweeling hebben gehad ongeveer twee keer zoveel kans om zelf een twee-eiige tweeling te krijgen.

Twee-eiige tweelingen wordt verondersteld het resultaat te zijn van hyperovulatie, wat het vrijkomen van meer dan één ei in een enkele menstruatiecyclus is. Om uit te leggen hoe twee-eiige tweelingen in families kan plaatsvinden, hebben onderzoekers gezocht naar genetische factoren die de kans op hyperovulatie vergroten. Studies naar de bijdragen van specifieke genen hebben echter gemengde en tegenstrijdige resultaten opgeleverd. Er zijn maar weinig specifieke genen bij mensen die definitief in verband zijn gebracht met hyperovulatie of een verhoogde kans op twee-eiige tweelingen.

 

Andere factoren die een rol spelen bij de verwerking van twee-eiige tweelingen

Andere factoren waarvan bekend is dat ze de kans op een twee-eiige tweelingen beïnvloeden, zijn onder meer de leeftijd van de moeder, de etnische achtergrond, het dieet, de lichaamssamenstelling en het aantal andere kinderen. Ondersteunde voortplantingstechnieken zoals in-vitrofertilisatie (IVF) worden ook in verband gebracht met een verhoogde frequentie van twee-eiige tweelingen.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief